Er is vastgesteld dat je hond epilepsie heeft. Zeker als je niet bekend bent met epilepsie zijn de toevallen een schokkende ervaring. Bovendien roept epilepsie een aantal vragen op: Waardoor ontstaat het? Is er wat aan te doen? Wat betekent het voor de levensverwachting van je huisdier? Heeft de hond pijn? Kan epilepsie agressie veroorzaken? Dit artikel geeft uitleg over oorzaken, verloop en vormen van aanvallen. Uiteraard wordt ook de behandeling toegelicht.
Wat is Epilepsie?
Epilepsie is het herhaald optreden van toevallen. Epilepsie komt bij mensen, honden en sporadisch bij katten voor. Van een toeval is sprake als een kortdurende storing in het functioneren van de hersenen plaatsvindt, die zich uit in het optreden van abnormaal gedrag.
Hersencellen wekken elektrische signalen op, geven ze door en ontvangen signalen van andere cellen. Deze signalen worden in goede banen geleid en te sterke signalen worden afgezwakt. Bij een toeval is er sprake van een kortdurend, sterk, elektrisch signaal, dat omdat het onvoldoende wordt afgezwakt en in staat is zich over/door de hersenen te verspreiden. Hierdoor worden de verschijnselen van een toeval veroorzaakt. De storing in de hersenactiviteit kan worden veroorzaakt door een afwijking die in de hersenen is gelegen, maar kan ook worden veroorzaakt door een afwijking buiten de hersenen, zoals bijvoorbeeld bij een stofwisselingsziekte. Vaak is er echter geen duidelijke oorzaak voor het optreden van de toevallen te vinden. Bij epilepsie treden de toevallen bij herhaling en in zekere regelmaat op. De tijdsduur tussen toevallen verschilt per individu, maar ligt meestal tussen de 2 en 6 weken.
Soorten Epilepsie
Bij epilepsie kan onderscheid worden gemaakt in oorzaak en vorm.
Oorzaak
Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen epilepsie waarbij geen oorzaak kan worden vastgesteld, de echte of primaire epilepsie, en epilepsie waarbij wel een oorzaak kan worden vastgesteld, de secundaire epilepsie. Het zal duidelijk zijn dat bij secundaire epilepsie het eerste doel zal zijn de oorzaak voor het ontstaan van de aanvallen weg te nemen. Helaas is het echter vaak niet mogelijk een duidelijke oorzaak vast te stellen.
Vormen van epilepsie
Bij de mens worden veel vormen van epilepsie onderscheiden. Dit is mogelijk omdat de patiënt zelf zijn ervaringen mee kan delen. Bij huisdieren is dat niet mogelijk. Vandaar dat bij dieren slechts drie vormen worden onderscheiden:
-
Partiële epilepsie
Partiële aanval: de electrische activiteit verspreidt zich over een deel van de hersenen (1 en 2). Dit kan worden gevolgd door een verspreiding over de hele hersenen (3)
Bij de gedeeltelijke epilepsie worden gedragsafwijkingen aan het dier waargenomen, zoals vliegenhappen en achter de staart aanrennen. Hierbij treedt geen bewusteloosheid op, omdat in dit geval de elektrische prikkel zich slechts over een beperkt deel van de hersenen verspreidt. -
Gegeneraliseerde epilepsie
Gegeneraliseerde aanval: de electrische activiteit verspreidt zich over de hele hersenen.
Hierbij wordt de elektrische prikkel over de hele hersenen verspreid en ontstaat het beeld dat “Grand Mal” wordt genoemd. Bij een dergelijke aanval zal de hond omvallen, zullen zich bewustzijnsstoornissen voordoen, gevolgd door krampen van het hele lichaam. Deze vorm komt bij dieren het meest voor. -
Atypische epilepsie
Hierbij is sprake van een vorm van epilepsie die niet is in te delen onder 1 of 2.
Voorkomen van Epilepsie
Primaire epilepsie
Primaire epilepsie komt regelmatig voor bij honden, zowel bij rashonden als bij kruisingen. Bij bepaalde rassen komt het vaker voor, het vermoeden bestaat dat primaire epilepsie erfelijk is. Epilepsie wordt evenveel bij teven als bij reuen gezien. Wel wordt bij teven een toename van het aantal aanvallen gezien tijdens de loopsheid. Bij primaire epilepsie worden de eerste aanvallen tussen een leeftijd van 1/2-5 jaar waargenomen. Het kan bij een eenmalige aanval blijven, vaak echter wordt een eerste aanval na enige tijd (soms maanden) gevolgd door een tweede aanval. Opvallend is dat de periode tussen aanvallen in de loop van de tijd korter wordt en vervolgens min of meer constant wordt (met een gemiddelde tijd tussen aanvallen van 2-6 weken). Bij sommige honden kan het aantal aanvallen tot enkele per jaar beperkt blijven, bij andere honden kunnen aanvallen om de week plaatsvinden. Bij primaire epilepsie is de hond tussen 2 aanvallen normaal. Meestal is er geen bepaalde aanleiding voor een aanval aan te wijzen. Opvallend is dat aanvallen vrijwel altijd in huis, in de vertrouwde omgeving, plaats vinden. Aanvallen treden vooral op tijdens een periode van rust (avond, nacht, ochtend). Opwinding of inspanning hebben er niets mee te maken.
Secundaire Epilepsie
Secundaire epilepsie begint meestal op een andere leeftijd dan eerder aangegeven. Dit komt omdat de oorzaak vaak aangeboren is of op latere leeftijd is verkregen. Ook secundaire epilepsie kan bij bepaalde rassen vaker voorkomen (aangeboren, erfelijke? afwijking). Bij secundaire epilepsie zal vaak een relatie aanwezig zijn tussen het optreden van een aanval en voeding, inspanning en/of opwinding. Bovendien zal het dier in periodes tussen aanvallen afwijkend gedrag laten zien.
Hoe ziet een Epilepsie aanval eruit?
De verschijningsvorm van een aanval kan sterk verschillen tussen honden, voor de individuele hond lijken de aanvallen vaak op elkaar. De gegeneraliseerde aanval verloopt meestal in een drietal fasen:
-
Aura of de inleiding tot een aanval
Tijdens de periode voor de aanval vertoont het dier afwijkend gedrag. Het is onrustig, aanhalig, heeft een rare blik in de ogen, het dier wil naar buiten (of juist naar binnen) en het dier is anders dan normaal. Deze inleidende fase kan enkele minuten tot enkele dagen duren.
-
De ictus of de eigenlijke aanval
Deze begint met het verlies van bewustzijn en het omvallen van het dier. Vervolgens treedt een soort verstijving op door langdurige krampen van poten en lichaam, gevolgd door ontspanning met kortdurende krampen en komt het dier weer bij bewustzijn. De totale duur van de ictus bedraagt meestal maar enkele minuten hoewel dat heel lang kan lijken. Tijdens de ictus kan het dier urine en ontlasting verliezen, dit is onafhankelijk van de ernst van de aanval. Een tongbeet zoals bij de mens voorkomt, wordt bij honden niet gezien.
-
De post-ictale fase of de periode na de aanval
Na het bijkomen en overeind krabbelen zijn de meeste honden de “kluts” kwijt. Verder kunnen ze geheugenverlies vertonen, slecht zien, moeite hebben met bewegen en hongerig en dorstig zijn. De post-ictale fase kan enkele seconden tot enkele dagen duren.
Tijdens de post-ictale periode dient de hond voorzichtig te worden benaderd. Het dier weet immers soms niet waar het is, wie de eigenaar is en het lijkt blind. Een onverhoedse benadering zou dus tot een schrikreactie kunnen leiden en mogelijk tot onbedoelde ‘agressie’.
Naast de hierboven beschreven algemene vorm komen ook andere vormen voor, zoals;
- kortdurende aanvallen met schokkende bewegingen van de kop, zonder verlies van bewustzijn
- aanvallen waarbij een dier zich afwijkend gedraagt
- onrustig, overdreven actief, wild rondrennen, naar binnen of juist naar buiten willen gaan, zonder dat krampaanvallen optreden.
Onderzoek van de hond met Epilepsie
Wanneer je hond voor het eerst een aanval van epilepsie heeft gehad is het verstandig contact op te nemen met de dierenarts. Het kan zijn dat het mogelijk is een oorzaak voor de aanval aan te geven bijvoorbeeld na bloedonderzoek. Helaas zijn de mogelijkheden om afwijkingen in de hersenen op te sporen maar heel beperkt en bovendien erg kostbaar.
Zelfs als de afwijking zou worden vastgesteld is het nog maar de vraag of een doeltreffende behandeling mogelijk is.