Hond zelf trimmen – zo doe je dat!

Een te lange vacht bij je hond kan resulteren in irritaties en ontstekingen. Daarnaast is een volle vacht een uitstekende broedplaats voor verschillende soorten ongedierte. Het is daarom raadzaam de vacht van veel hondenrassen iedere paar maanden goed te laten bijwerken. Helaas is dit niet altijd even gemakkelijk te láten doen, zeker nu niet. Daarnaast kan het laten trimmen een aardige duit kosten. Je bent al snel 75 euro kwijt voor een grotere hond. Gelukkig hoeft het helemaal niet zo lastig te zijn je hond zelf, thuis te trimmen!

In dit artikel voor het zelf trimmen van je hond. Welke “gereedschappen” heb je nodig? Een kam, borstel, tondeuse, wat nog meer? En hoe pak je het vervolgens goed aan zodat het resultaat goed is en je viervoeter zo min mogelijk last heeft van de trimbeurt? In dit artikel aandacht voor deze vragen zodat je met een gerust hart de volgende knipbeurt zelf kunt uitvoeren!

Wat voor tools heb je nodig voor het trimmen van een hond?

Een aantal tools zijn onmisbaar voor een goede trimbeurt. De vacht moet geborsteld worden, gewassen en uiteindelijk natuurlijk geknipt of geschoren. Zorg daarom dat je het volgende in huis haalt:

• Een goede borstel.
• (grove) kam
• ontklitter / haarverwijderings kam
• waterblazer en / of föhn
• scherpe schaar voor haren (bij voorkeur zonder scherpe punten)
• of effileerschaar (zie later in dit artikel)
• of tondeuse (indien je gaat scheren)

Trimmer inclusief opzetstukken voor alle lengtes

Beeztees trimschaar met afgeronde punten

Effileerschaar / uitdunschaar

Professionele waterblazer

Trixie vachtontklitter (korthaar)

Voorbereiding:

Geruststellen van je hond
Niets is zo vervelend als een gestresste hond trimmen. De vacht van een hond die niet stil staat of bang is, is zeer lastig goed bij te werken. Het levert stress op en resulteert in een angstig dier. Vervelend voor hem, maar natuurlijk ook voor jou. Het is daarom belangrijk dat je hond zich goed op zijn of haar gemak voelt. Laat hem daarom wennen aan de tools die je gebruikt. Aan het geluid dat deze tools maken. Laat het dier rustig wennen aan het geluid van een tondeuse en laat hem zien wat je doet. Maak er iets leuks van met wat lekkers! Laat zien dat het allemaal zo spannend niet is en dat het eigenlijk heel leuk is.

Zorg voor een schone, droge vacht
Allereerst is het belangrijk dat de haren goed schoon en klitvrij zijn. Een schone vacht is makkelijker te behandelen en beter te kammen. Daarom was je het dier eerst goed, bij voorkeur met een goede hondenshampoo of cremespoeling speciaal voor dierenvacht. Zorg dat alle losse haren en klitten verwijderd worden. Een schone, klitvrije vacht is beter te borstelen en te conditioneren. Dit kun je het best doen door een waterblazer te gebruiken op de natte vacht. Dit apparaat blaast door middel van een luchtstroom het achtergebleven water en vuil (gras, aarde of zand bijvoorbeeld) weg uit de vacht. Daarnaast verdwijnen de loszittende haren hierdoor ook en voorkom je gemakkelijk dat de haren gaan klitten.
Een waterblazer droogt de vacht echter niet volledig. Normaliter is het na gebruik van de waterblazer daardoor nodig de vacht met een fohn te drogen. Er zijn ook waterblazers met verwarmde standen verkrijgbaar. Deze drogen ook, al duurt het vaak aanzienlijk langer dan met een goede fohn. Een professionele trimsalon zal daarom bijna altijd beiden gebruiken.
Is je hond niet gewend aan het geluid van een blazer of fohn en wordt hij hier erg onrustig van? Dan kun je er voor kiezen hem te drogen met een goede handdoek. Ga niet wild zitten wrijven, dan zorg je er alleen maar voor dat er klitvorming optreed. Kneed de haren in plaats daarvan rustig met de handdoek tot deze droog aanvoelen.
Is het dier goed gewassen en volledig droog? De vacht zal heerlijk zacht aanvoelen! Dan is het nu tijd voor het daadwerkelijke trimmen.

Type vacht bepaalt welke verzorging vervolgens nodig is

Niet ieder hondenras heeft een vacht die geknipt moet worden. Dit hangt sterk af van het vachttype van het ras. De volgende vachttypes zijn te onderscheiden:

• Borstelvacht; verliest hele jaar door haar en heeft geen ruiperiode. Wekelijks borstelen is doorgaans voldoende en hoeven dus zeker niet volledig geknipt te worden. (bijv. Bearded Collie, Vlinderhondje of Briard).
• Plukvacht; verharen anders en kunnen over het algemeen 3 keer per jaar geplukt worden. (o.a. ruwharige Teckel, Jack Russel, Schnauzer en de West Highland White Terriër).
• Effileervacht; verhaart licht, maar niet voldoende en heeft daarom onderhoud nodig. De vacht moeten worden ingekort, maar wel met extra aandacht. Eigenlijk zijn deze vachten bedoeld om lang te blijven. Normaal knippen geeft daarom geen mooi resultaat. Een effileerschaar (uitdunschaar) is hier nodig voor goed resultaat. Knippen is zo’n 4 keer per jaar nodig. (o.a. de Maltezer, Shih Tzu en Yorkshire Terriërs).
• Knipvacht; heeft eens per 2 maanden een knipbeurt nodig en is daarmee het meest onderhoudsgevoelig. Ze verharen van hunzelf minimaal en haren komen niet echt los, maar blijven hangen in de vacht. Regelmatig bijwerken en borstelen is bij deze rassen nodig. (bijv. de Poedel, Labradoodle en Waterhonden).

Borstel de vacht (ongeacht de vachtsoort raadzaam)

Als eerst moeten we zorgen dat de vacht zacht en glad is en ontdaan is van losse haren. Het wassen van de vacht heeft al veel bijgedragen, maar toch is het raadzaam daarna nog even goed te borstelen. Kies voor een borstel die goed past bij de vacht van je hond. Ieder hondenras heeft ander soort vacht met een ander haartype, ieder haartype heeft een ander soort borstel nodig. In de regel kunnen we zeggen: “des te dikker of langer de vacht, des te steviger is de borstel die je nodig hebt”. Zorg dat de tanden van de borstel tot de huid kunnen komen zodat het borstelen grondig gebeurt en er geen klitten achterblijven. Besteed extra aandacht aan de plekjes die gevoelig zijn voor klitten: oren, de baard, rond de poten, de buik etc. Gebruik waar nodig de ontklitter en zorg dat er zo min mogelijk losse haren achterblijven.
Is de vacht mooi glad en vrij van klitten? Dan kunnen we verder!

Knippen van de vacht

Heb je een hond die geknipt moet worden, pak het dan als volgt aan:

Wekelijks: knip lange haren rond de poten en ogen weg. Hier kan het dier veel last van krijgen omdat er snel vuil in blijft hangen.
Een per paar weken: controleer de oren en bekijk of er geen haren de gehoorgang in groeien. Ook de haren rond de anus kunnen een plek zijn waar vuil zich ophoopt en kunnen het best dus regelmatig worden bijgeknipt.

Bij honden met een knipvacht is regelmatig volledig (bij)knippen noodzakelijk. Doe je dit niet, dan kan dit voor vervelende problemen met de vacht zorgen. Dit soort honden heeft namelijk een dikke fleecevacht of krullende haren. Losgekomen haren kunnen zich door door de dekvacht heen weven, wat kan resulteren in vervelende klitten.
Knip de grote delen voorzichtig met de schaar bij, naar vorm zoals je gewend bent als ze dat bij de trimsalon doen. Bij twijfel (of eerste keer), vraag altijd even de trimsalon om extra informatie of dat je eventueel een keer kunt meekijken. Zij kunnen vertellen hoe jouw ras het best getrimd wordt, de lengte van de haren, de vorm en vooral ook de frequentie (zie ook kopje hierboven “Type vacht bepaalt welke verzorging vervolgens nodig is”).

effileervacht: let op! Gebruik bij het bijknippen van dit soort vachten sowieso een speciale effileerschaar!

De vacht plukken

Honden met een plukvacht worden niet volledig geknipt. Om deze vacht in conditie te houden moet geplukt worden. Dit kan met de hand, maar ook met behulp van een trimmesje. Plukken is eenvoudig, maar dient met aandacht gedaan te worden. Tussen duim en wijsvinger pluk je voorzichtig de loszittende plukken haar uit de vacht. Trek nooit te hard, verwijder alleen loszittend haar.

Hond scheren

Wanneer de vacht erg dichtbehaard is kan knippen of plukken lastig zijn. In dat geval is het scheren van de vacht met een tondeuse een beter alternatief.
Start ook hier met eerst de lange haren weg te knippen op de gevoelige plaatsen: oren, baard, poten, buik, oksels etc.
Start daarna pas met het scheren en let hierbij goed op een aantal aspecten:

• Scheer altijd met de haarrichting mee.
• Gebruik de scheerkam om wondjes te voorkomen.

Pak het als volgt aan:

1. Begin bij de kop en scheer vanaf daar door naar nek en schouders.
2. Daarna ga je van de oren naar de hals en kin.
3. Daarna ga je door naar de poten.
4. Nu zijn de rug, buik en zijkanten aan de beurt.
5. Zak af langs de zijkant van de achterpoten. Wees aan de binnenzijde van de achterpoten extra voorzichtig.

Voor de buik en staart kan eventueel een kortere kam gekozen worden.

Let op!
Scheren kan veranderingen in de vachtstructuur veroorzaken. De onderwol raakt beschadigd waardoor de vacht sneller en dikker terug kan groeien. Ook kleurvervaling, klitvorming en verharing kan op den duur verergeren, wat helaas onomkeerbaar is. Twijfel je over je kunnen? Vraag dan altijd hulp of uitleg bij een professionele trimmer!

Tot slot

We kunnen het niet vaak genoeg benadrukken, maar wees altijd heel voorzichtig! Twijfel je ergens over? Raadpleeg even een professionele trimmer en leg je vragen voor. Het gaat immers om je hond, dus voorkomen is beter dan genezen 🙂 Wees je daarnaast bewust van het effect dat castratie of sterilisatie op de vacht kan hebben. Soms heeft dit veel gevolgen en kunnen vachten ineens meer gaan klitten of plukvachten niet meer geplukt worden. Overleg ook dan altijd even wat de beste aanpak is.

En 1 laatste tip:
Kijk eerst een keertje mee met een professional en leg je vragen voor! Een goed voorbeeld kan verhelderend werken en ervoor zorgen dat je met flink meer zelfvertrouwen aan de slag kunt!

Meer info